Vintage meubels in een nieuw jasje: doen of niet?
Tijdens mijn zoektocht naar vintage items stuit ik regelmatig op toffe stoeltjes die eigenlijk een ‘nieuw jasje’ nodig hebben. Want wie wil er nu geen origineel, uniek exemplaar van 60 of 70 jaar oud? Maar die vieze of versleten bekleding is toch vaak een afknapper. En dus leek het mij een goed idee om een cursus meubelstofferen te gaan volgen! Handig ‘voor de zaak’ en top als je een beetje van knutselen houdt zoals ik, leek mij. Viel dat even tegen…
Zomercursus
Vol goede moed begon ik een jaartje geleden aan een zomercursus ‘ basiskennis meubelstofferen’. Twee weken fulltime knallen met als resultaat een helemaal vanaf de basis opgebouwd voetenbank, een strak beklede Gispen stoel, een kussen met biezen en een van nieuwe veren en bekleding voorzien houten dames stoeltje. Superleuk om te doen en wat ben ik trots op ‘mijn’ opgeknapte meubels! Ik leerde van alles over stoffen, veren, schuimen, nieten, knippen, vouwen, slepen, naaien en nog veel meer. Maar als nieuwbakken ondernemen leerde ik ook nog 2 andere belangrijke lessen: meubelstofferen kost tijd en geld!
Kostbare tijd
Voordat je toe bent aan het eigenlijke ‘stofferen’ is het grootste deel van het werk eigenlijk al gedaan. Het begint met het 1 voor 1 verwijderen van alles nietjes en nageltjes wat zeker na al die jaren en wat laagjes roest vaak niet meevalt. Ouderwets handwerk dus, net als het verwijderen van alle oude lagen schuim, paardenhaar en eventueel ook nog de veren of singels (banden die je vaak onder een stoel ziet) . En dan begint de opbouw, die – net als bij bijvoorbeeld het bouwen van een huis- 5 keer zo lang duurt als het slopen! Voor mij kostbare tijd, die ik ook kan besteden aan bijvoorbeeld inkoop, verkoop en marketing – of al die andere taken als ZZP’er!
Duur stoeltje
Ok, dus tijd is geld. Maar ja – omdat ik het zo leuk vind had ik bedacht dat ik de kosten (deels) ook kon doorberekenen aan de klant, toch? Viel dat even tegen. Gedurende de cursus kwam ik erachter dat met name de stof, maar zeker ook materialen zoals schuim, niet goedkoop zijn. Dan kost zo’n damesstoeltje alleen al 400 euro aan materiaal, inkoop van de stoel en uren nog niet meegerekend. ‘Duur stoeltje’ zei mijn man en ik dacht ‘daar gaat mijn marge!’. Was het een heel gewild design stoeltje geweest, dan had ik er misschien nog iets op verdiend. Maar voor een ‘leuk’ vintage stoeltje zijn de kosten gewoon simpelweg te hoog.
Vanuit ondernemersoogpunt is een ‘nieuw jasje’ dus vaak niet haalbaar en moet ik – soms met pijn in mijn hart – vintage pareltjes laten staan. Toch is het vak van meubelstoffeerder zeker niet uitgestorven. Er zijn nog genoeg geliefde stoeltjes, (antieke) erfstukken of design meubelen die het zeker waard zijn om op te (laten) knappen. En een tof nieuw exemplaar kost ook geld én je kan maar verliefd zijn! Inmiddels heb ik de volgende stap gezet en de module ‘ herstofferen van designstoelen’ bijna afgerond. Nee, niet omdat ik er geld mee wil verdienen, maar gewoon omdat ik het stofferen nog steeds heel leuk vind én gek ben op vintage design. Meubelstofferen is mooi vak en voor mij een toffe hobby.